Intergenerationeel trauma en identiteit

In mijn kunst staan mijn kindertijd, familiegeschiedenis en de vorming van mijn identiteit centraal. Mijn ouders komen beiden uit een gezin met een streng gelovige vader waarin de katholieke kerk een belangrijke rol speelde. De leer ervan leidde tot negatieve overtuigingen: je bent klein, nietig en zondig. Ook de opvatting dat het lichaam onrein was, zorgde voor een verstoorde relatie met intimiteit en seksualiteit. Deze kerkelijke leer werkt nog altijd door in de familie. Het is pijn die van generatie op generatie wordt doorgegeven. Via de kunst probeer ik ervan los te komen.

Mijn zoektocht naar intimiteit

Oorspronkelijk ben ik opgeleid in de fotografie aan de Rietveld Academie. Ik heb lang gewerkt met de camera, maar vond het te afstandelijk. Ik wilde meer intimiteit, mijn modellen als het ware kunnen ‘aanraken’. Het natekenen van mijn eigen foto’s blijkt de ideale oplossing.

Kwetsbaarheid en kracht

Mijn familieleden zijn mijn vaste modellen. Anderen komen ook in aanmerking als ze me aan mezelf of aan mijn familieleden doen denken. Bij mijn modellen zoek ik naar een specifieke lichaamshouding en expressie van de handen die het beeld oproepen van een klein, onzeker, onderdanig, kinderlijk menstype. Met dat beeld ga ik aan de slag waarbij ik ook zijn tegenhanger tegenkom: een open, onschuldig, creatief en groots menstype. Het beeld dat ik zoek komt uit de modellen zelf en zit vol met tegenstellingen; een gespannen houding maar wel een die op weg is naar ontspanning.

Mise-en-scène

De blik is naar binnen gericht, maar het lijkt alsof mijn modellen de toeschouwer aankijken. Hun emoties zijn niet te duiden. Het licht houd ik neutraal, daar hoeft geen drama in te zitten. Het is al genoeg aanwezig in mijn onderwerpen. Er is geen tijds- of plaatsaanduiding. Mijn modellen staan geïsoleerd en zonder enige houvast in een lege ruimte. Ik fotografeer van onderaf. Zo komen ze op een podium terecht en krijgen daardoor monumentale proporties.

Tekenproces

De juiste foto teken ik puntje voor puntje in kleurpotlood na op papier. Het is een tijdrovend proces. Nauwgezet doorloop ik elk detail. Ik kruip in de huid van mijn modellen en voel aantrekking, ongemak, angst, verdriet, liefde. Op het laatst voel en zie ik niets meer en ben ik alleen nog maar puntjes aan het zetten. Ik stop als ik de juiste dichtheid heb bereikt. Mijn tekeningen wil ik transparant en zacht houden. Het is een verwijzing naar een gevoel van kwetsbaarheid; het niet hebben van een pantser, schild of masker.

Zoete kleuren en jeugdherinneringen 

Mijn kleurgebruik wordt bepaald door mijn potloden die zich moeilijk laten mengen. Los daarvan houd ik ook van pure, zoete kleuren. Ze doen me denken aan de gelukkige momenten uit diezelfde kindertijd. Alles lag nog open en ik kon heerlijk wegdromen.

 

(Profielfoto: Ferry Wieringa).